Biet soorten
De biet is er in een aantal verschillende soorten. De meest bekende in de keuken zijn de rode biet (Beta vulgaris var. rubra) en de snijbiet (Beta vulgaris var. vulgaris), het knol-loze zusje van de rode biet. Ook is er nog de witte biet (Beta vulgaris var. alba). Die zijn vergelijkbaar met rode bieten maar witte bieten zijn een stuk zoeter van smaak.
Dan zijn er nog de suikerbiet, gele biet, voederbiet en de eveneens eetbare strandbiet. Verderop meer over deze bietensoorten. Bieten zijn eigenlijk tweejarige planten. In het eerste jaar zullen maar weinig bieten bloeien. Meestal bloeien bieten in het tweedejaar, waarbij de bestuiving plaatsvindt en de zaden zich gaan vormen.
Verder zijn er nog ronde bieten, maar ook cilindervormige bieten. Dit soort biet wordt iets smaller maar ondergronds heel lang. Als je het aan de boer vraagt zijn er overigens twee (teeltsoorten van) bieten. Zomerbieten, ook wel bosbieten genoemd en vaak iets kleiner van formaat, en de grotere winterbieten. Afhankelijk van het soort biet wordt deze uiteindelijk dus ook groter of juist kleiner.
Wat leuk is, is dat je al heel vroeg het soort biet kunt herkennen aan de zaailingen. Mocht je ze door elkaar heen hebben gezaaid dan kan je de jonge zaailingen dus meestal direct herkennen. Het wordt alleen lastig als je er ook snijbieten tussen hebt staan. Hierboven zie je de zaailingen van een rode biet. Hieronder die van de witte biet.
Zoals je ziet heeft de rode biet dus al direct rode aderen op de kiemblaadjes. Ook het steeltje is dan al diep rood van kleur. Bij de witte biet is het steeltje iets lichter van kleur. Ook de rode aderen zijn bij de witte biet niet aanwezig. Bij snijbieten zie je de kleuren ook bijna direct aan de zaailingen.
Wanneer de planten een stuk groter worden zijn ze nog makkelijker te onderscheiden. Je ziet dan duidelijk dat de witte biet gewone, groene bladstelen heeft. Zoals te zien is op de foto hierboven, van de bladstengels van de witte biet. Op de foto hieronder zie je de bladstelen van de rode biet.
Heeft eigenlijk geen uitleg nodig, maar het is altijd leuk om de foto's te delen. Dan zie je namelijk precies de verschillen. Zo heeft de rode biet ook echt dieprode bladstelen, dezelfde kleur die je in de aders op het blad ziet.
En nog een foto om de verschillen duidelijk te laten zien. De rode biet is namelijk de enige die ook daadwerkelijk van binnen de rode kleurstof bevat. Witte bieten hebben dat niet. Daar wordt het blad en de steel enkel gekleurd door chorofyl (bladgroen).
Verschillende soorten bieten
De biet is een grote familie van planten, waarvan we er veel in de moestuin kennen. Niet alle bieten zijn even bekend. Dit zijn de meest bekende soorten bieten:
- Gele biet - Beta vulgaris subsp. esculenta 'Burpees Golden'
Dit soort is sterk vergelijkbaar met de rode biet. De smaak van de gele biet is frisser en te omschrijven als friszoet. - Rode biet - Beta vulgaris var. rubra
De bekende, eetbare rode biet die we allemaal wel eens hebben gezien of gegeten. - Snijbiet - Beta vulgaris var. vulgaris
Dit soort biet maakt geen knol, maar alleen bladeren met vlezige bladstelen. Deze wordt als bladgroente gekweekt en gegeten. - Strandbiet - Beta vulgaris var. maritima
Deze variëteit lijkt sterk op de snijbiet, maar groeit op zanderige strandgronden aan kustgebieden. - Suikerbiet - Beta vulgaris var. altissima
Dit soort biet wordt gekweekt om daar suiker uit te winnen. - Voederbiet - Beta vulgaris var. crassa
Deze biet wordt doorgaans gekweekt als veevoer. Hoewel eetbaar wordt dit soort niet gekweekt voor menselijke consumptie. - Witte biet - Beta vulgaris var. alba
De witte biet is minder bekend maar zeer vergelijkbaar met de rode biet. De smaak van de witte biet is een stuk zoeter.
Biet zaaien en planten
Wanneer kan je biet zaaien?
Biet zaaien of voorzaaien/voorkiemen kan direct buiten van maart tot juli.
Biet zaaien of voorzaaien/voorkiemen kan onder glas van februari tot maart.
Wanneer kan je biet planten?
Biet planten of uitplanten op de bestemde plek kan in de kweekkas van maart.
Biet planten of uitplanten op de bestemde plek kan buiten van maart tot april.
Bietjes zaaien we altijd direct op de bestemde plek. Bij hoge uitzondering zou je iets eerder kunnen beginnen op de vensterbank, maar eigenlijk is dit sterk af te raden. Bietjes laten zich niet makkelijk verspenen en verplanten. Direct op een bestemde plek zaaien is dan ook het makkelijkste. We wachten zelf daarom altijd met bietjes zaaien tot het voorjaar.
Leuk om te weten: Bietenzaad bestaat uit grove korreltjes. In elk korreltje zitten meestal meerdere zaadjes. Je hoeft daarom ook steeds maar één korreltje te zaaien. Uit ieder korreltje komen meerdere kiemplantjes. Zo'n korreltje is dus eigenlijk een cluster van meerdere bietenzaadjes.
Direct buiten bietjes zaaien
Bietjes zaaien, direct op de bestemde plek, is het makkelijkste. Maak de grond eerst goed los zodat de bietjes straks goed kunnen groeien. Met een hark of een handharkje, maak je geultjes in de grond of in de aarde van een kweekbak. Strooi het bietenzaad in de geultjes, met genoeg afstand tussen de rijen. Strooi de zaden niet te dicht op elkaar.
Vervolgens druk je de geultjes waarin je hebt gezaaid weer dicht. Het bietenzaad mag tot één centimeter onder de grond zitten. Graaf het bietenzaad niet te diep onder. Geef vervolgens ook flink water en laat de grond daarna weer langzaam opdrogen. Als de grond bijna droog is kan je steeds weer een beetje water geven. Wacht niet tot de grond helemaal is opgedroogd maar maak de grond ook niet drijfnat.
Herhaal het water geven regelmatig, van het zaaien tot het kiemen en daarna. Als je de eerste zaailingen boven ziet komen wacht je even. Verwijder wat zaailingen als deze echt te dicht op elkaar staan. De rest laat je staan en kweek je verder op. Je kunt zaailingen met de hand wegtrekken. Door de penworteltjes trek je zelden worteltjes stuk, dus je kunt dit veilig met de hand doen.
Bietjes voorzaaien bij uitzondering
Heel soms wil je bietjes extra vroeg voorzaaien. Het is een beetje een gedoe, dus wij doen dit eigenlijk nooit. Bietjes zaaien we liever zoals hierboven omschreven, direct op de bestemde plek. Toch kan je door extra vroeg bietjes zaaien, een leuke vroege teelt waar maken. Zo kan je bietjes in de kweekkas uitplanten en rond mei oogsten, nog vóór je de kas vol zet met andere planten.
Vroeg voorzaaien doe je liever in een tray met diepe vakken. Zo kunnen de penworteltjes goed groeien. Gebruik bijvoorbeeld roottrainers. De roottrainers gebruik je in dit geval niet om de plantjes dieper te laten wortelen, maar de vakjes van roottrainers zijn diep. Hierin kunnen de lange penworteltjes die bietjes maken goed groeien na het kiemen.
Vul de vakken van de tray met zaaigrond en druk dit aan. Vervolgens zaai je het bietenzaad ongeveer een centimeter diep. In elk vakje hoef je maar één korreltje te stoppen. De korreltjes zijn namelijk clusters van zaden. In elk korreltje zitten meerdere zaadjes. Door één korreltje te zaaien krijg je dus vaak vanzelf meerdere plantjes, maar houd er steeds één per vakje over.
Geef tijdens en na het kiemen regelmatig water, en geef de eerste keer een flinke scheut. Voorkom daarna dat de grond drijfnat wordt maar voorkom ook dat het helemaal opdroogt.
Gezaaide bietjes uitplanten
Doorgaans is uitplanten dus niet nodig, omdat je direct op de bestemde plek zaait. Mocht je toch bietjes zaaien in een tray of in potjes, wees dan extra voorzichtig. Bietjes maken een penwortel en zijn heel lastig te verspenen. Als dit worteltje beschadigd kan het hele plantje niet meer goed groeien.
Maak steeds gaatjes in de grond die diep genoeg zijn voor de penworteltjes. Je kunt de grond het beste goed los en fijn maken voor het planten. Zet de penworteltjes in de gaatjes en strooi er losjes wat aarde bij. Druk het niet te hard aan want dan gaat het penworteltje alsnog stuk.
Per vierkante meter kan je ongeveer 56 tot 77 biet planten laten groeien in de volle grond. In rijen kan je ongeveer 8 tot 12 biet planten per strekkende meter laten groeien in de volle grond.
Biet standplaats en verzorgen
Voederbieten, suikerbieten maar ook rode bieten en witte bieten kweken is niet moeilijk. Bietjes hebben vrij weinig verzorging nodig, zo lang je genoeg water geeft. Bemesten is zelden nodig, maar het kan natuurlijk wel. Bietjes kweken we op een plekje in de halfschaduw. Bietjes hoeven niet de hele dag in de zon te staan, maar het kan ook geen kwaad.
Bietjes kweken vraagt wat geduld. Zeker in het begin groeien de kiemplantjes erg traag. Verder duurt het ook erg lang voor de knolletjes beginnen te vormen. Vaak lijkt de groei tussentijds nog even stil te staan. Niets is minder waar, want het plantje is gewoon bezig met het vormen van een knolletje. Bovengronds verandert er dan niet zo veel meer.
Biet combinatieteelt en wisselteelt
Biet
Voor het kweken van biet zou je wisselteelt kunnen gebruiken.
Biet is een wortel- of knolgewas. De ideale voorteelt is een vruchtgewas en de ideale nateelt is een aardappelsoort of peulgewas volgens het wisselteelt schema.
Biet goede buren
Biet kweken kan goed samen met
bladselderij,
bleekselderij,
bloemkool,
boerenkool,
broccoli,
courgette,
dille,
doperwten,
kapucijners,
knoflook,
knolraap,
knolselderij,
komkommer,
koolrabi,
koriander,
linzen,
paksoi,
palmkool,
peulen,
pompoen,
pronkboon,
radijs,
rode kool,
romanesco,
slaboon,
spruitjes,
tuinboon,
ui,
veldsla,
witte kool,
wortel,
als je gebruik maakt van combinatieteelt.
Biet slechte buren
Biet kweken gaat liever niet samen met
aardappel,
maïs,
mosterd,
prei,
spinazie,
als je gebruik maakt van combinatieteelt.
Biet water geven
Bietjes hebben niet veel nodig, maar water geven is wel belangrijk. De knolletjes vullen zich vooral met vocht. Geef dus regelmatig water en voorkom altijd dat de grond opdroogt. Zorg ook dat de grond niet drijfnat wordt. Geef weer water als de grond begint op te drogen maar wacht niet tot het helemaal droog is.
Voel eventueel met een vinger onder het oppervlak. Als je te weinig water geeft krijg je hele kleine bietjes, omdat deze zich niet goed hebben gevuld met vocht. Let tijdens de zomermaanden extra goed op. Tijdens een warme en droge zomer droogt de grond snel op. Zeker als de bietjes in de zon staan gaat het snel.
Biet grondsoort en bodem
In principe groeien bietjes op iedere grondsoort. Wel maken we de grond altijd goed los. Je kunt het beste bietjes kweken op een grond die van zichzelf al vrij los is samengesteld. De knolletjes kunnen zo veel beter groeien. Je zou dus ook wel bietjes op kleigrond kunnen kweken, als je voor het planten bijvoorbeeld compost en/of koemestkorrels gebruikt.
Compost en koemestkorrels raden we ook aan op zanderige grondsoorten. Dit maakt de grond iets vochthoudender. Een vochthoudende grond voorkomt natuurlijk uitdroging, waardoor je bietjes minder snel te droog staan. Bietjes kweken in (moestuin)bakken kan dan ook de uitkomst zijn. De aarde of potgrond kan je aanvullen met vermiculiet of hydrokorrels om uitdroging te voorkomen.
pH
Biet tolereert bodems waarvan de pH-waarde tussen deze twee waarden in ligt. Links is zuur en rechts is basisch. Lees ook: Wat is pH?
Biet bemesten
Bietjes hebben weinig extra voeding nodig. In principe kan je bietjes kweken zonder te bemesten. Toch kan bemesten op arme grond wel verstandig zijn. Kies vooral een kaliumrijke bemesting voor dit wortel-/knolgewas. Geef in elk geval géén extra stikstof. Dit is bij de snijbiet handig voor het blad en de vlezige bladstelen. Bij knolbietjes gaan de planten juist meer blad maken, ten koste van de knolletjes.
Voor het bemesten van biet adviseren we bij benadering de samenstelling stikstof (N), fosfaat (P) en kalium (K) 5-10-10 . Dit is ons advies en geen vereiste. Je kunt zelf mest mengen naar verhouding. Lees ook: Wat is NPK mest?
Biet bloei en bestuiven
Wanneer bloeit biet? Biet bloeit doorgaans van mei tot juli.
Bieten zijn eigenlijk tweejarige planten. In het eerste jaar zullen ze bijna nooit bloeien. Het kan een enkele keer voorkomen maar dit is bij hoge uitzondering. Alle bietensoorten bloeien pas in het tweede jaar. Bieten bloeien met eenslachtige bloemetjes en zijn tweehuizig. Je hebt dus mannelijke en vrouwelijke bieten planten.
Voor de bestuiving maken bieten gebruik van insecten zoals bijtjes, hommeltjes en zweefvliegjes, maar ook van de wind. Stuifmeel van de bloemetjes aan de mannelijke planten moet worden overgebracht, naar de bloemetjes van de vrouwelijke planten. Bietjes kunnen goed kruisen met elkaar. Heb je dus verschillende soorten bieten staan, dan kan je niet met zekerheid zeggen welk soort bietenzaad je krijgt.
Wanneer biet oogsten
Wanneer kan je biet oogsten? Doorgaans doe je dit van mei tot november.
Bietjes oogsten we als deze groot genoeg zijn. Dit mag je een klein beetje zelf bepalen, maar je streeft natuurlijk naar zo groot mogelijke bieten. Soms als het erg droog is geweest en je bent de bietjes een beetje vergeten, blijven ze erg klein. Niet leuk natuurlijk maar ze zijn nog prima eetbaar hoor.
Over het algemeen kan je beter later bieten oogsten dan eerder. We raden aan om niet eerder dan 90 dagen na het zaaien te gaan oogsten. Daarna kan je wat grond rondom de bieten weghalen om te kijken hoe groot het knolletje is. Dit is vaak niet nodig omdat de biet half bovengronds groeit. Is het knolletje naar wens dan kan je deze bij het loof pakken. Je trekt de biet dan zo uit de grond.
Deze zit met bijna enkel een penwortel in de grond. Dat maakt het uit de grond trekken van de biet vrij makkelijk. Witte bieten en gele bieten oogsten we op dezelfde manier. Deze worden doorgaans sneller groot dan rode bieten. Vooral de gele bieten kunnen snel reusachtig groot worden.
Als je -zoals dat hoort- bieten op een losse grondsoort hebt gekweekt gaat het oogsten heel makkelijk. Meestal is een spitvork of handvork niet nodig om de biet uit de grond te wippen. Zit de biet toch gedeeltelijk ondergronds, dan gebruik je liever wel een vork op hardere grondsoorten. Bij zachte grond kan je de biet zo uittrekken.
Van knolbieten kan je ook gewoon het loof oogsten, net als bij de snijbiet. Omdat we rode bieten of witte bieten voor de knol kweken doen we dat niet vaak. Toch kan je -als je de knol oogst- ook het loof afsnijden en gebruiken in een salade.
Biet gebruiken en bewaren
Bieten knolletjes schillen we altijd voor gebruik. Zo verwijder je de buitenste, harde laag en houd je de aangenaam zachte kern over. Daarna kan je bietjes raspen of in plakjes snijden. Ze zijn zo heerlijk van smaak, lekker zoet en bijvoorbeeld lekker aangemaakt met uitjes en azijn. De smaak van de bietjes zelf is zoet.
Witte bieten zijn zoeter van smaak dan rode bieten. De smaak van alle soorten bieten (knollen) is te omschrijven als aards en zoet. Zo wel rode bieten als de zoetere witte bieten kan je op dezelfde manieren gebruiken. Bietjes zijn veelzijdige knolgroenten die met veel andere groenten te combineren zijn in de keuken.
Leuk weetje: Uit de rode bieten wordt vaak het rode stofje gewonnen. Dit rode stofje staat bekend als betanine of bietenrood. Vaak wordt het gebruikt om een rode kleurstof te maken. Hiermee worden andere voedingsmiddelen gekleurd. Als je het mij vraagt een beetje overbodig, maar het oog wil vaak ook wat.
Bietenrood wordt vaak gebruikt om verf te kleuren op een natuurlijke manier. Je kunt veel stoffen ook rood verven met het stofje uit rode bieten. Deze 100% natuurlijke kleurstof gaat heel moeilijk uit kleding. Het beste is om oude kleding te dragen als je hiermee besluit aan de slag te gaan. Bietenrood vlekt makkelijk.
Biet kiemgroenten
Van witte bieten en rode bieten, maar eigenlijk van alle knolbieten kan je ook de kiemen eten. Vanwege de kleur van de (rode) bieten staan de kiemen leuk bij diverse salades als garnering. Meestal worden voor de kiemgroenten snijbietjes gebruikt, in plaats van de knolbietjes, maar in principe zijn het dezelfde planten. De snijbiet maakt alleen geen knol.
Je kunt bietenkiemen opkweken met enkel water. Stop bijvoorbeeld wat zaden in een glazen pot met gaasdeksel, een kiemtoren voor kiemgroenten of leg ze op een schotel met vochtig keukenpapier of fijne zaaigrond. Spoel de kiemen voor gebruik goed schoon. Bietenkiemen zijn binnen enkele weken klaar om te worden gebruikt in je eigen keuken.
Biet houdbaarheid
Bietjes bewaar je het beste in de koeling. Zit het loof er nog aan, dan blijft het minstens een week goed. Ook zonder loof kan je bietjes nog enkele dagen bewaren. Het beste is om het loof toch te verwijderen, want het vocht uit de bietjes trekt in het loof. Door het loof te verwijderen worden de bieten niet zo snel zacht.
Je kunt bietjes -zo wel rode bieten als witte bieten- makkelijk invriezen. Ingevroren blijven bieten tot nog zeker een jaar houdbaar. Gebruik de bieten dan liever wel direct uit de vriezer.
Biet ziektes en plagen
Bieten zijn redelijk resistent tegen ziektes en plagen. Toch kom je bij bieten wel eens slakken tegen. Deze eten graag van het blad van de plantjes. Vooral naaktslakken eten van het blad. Huisjesslakken komen meer op plantenafval en dood plantenmateriaal af. Toch kunnen slakken bietjes bij vochtig weer behoorlijk aantasten.
Je kunt slakken voorkomen door onder andere schuilplaatsen weg te nemen, combinatieteelt en meer. Lees alles over biologisch slakken bestrijden (en voorkomen) voor meer tips tegen slakken.
Een ander probleem wat je soms bij knolbieten tegenkomt, is vraat door ongedierte in de bodem. Sommige beestjes zoals larven van diverse vliegensoorten, vreten aan de knolletjes. Er ontstaan gaten in de bietenknolletjes die na verloop van tijd ook weer dichtgroeien. Controleer altijd goed of de bieten er van binnen nog lekker uitzien.
Met combinatieteelt kan je ook ongedierte in de bodem deels voorkomen. Beestjes houden niet van bepaalde (geuren/stofjes van) kruiden en blijven hiermee op afstand. Zet geen planten in de buurt die slecht samen gaan met bieten, want hierdoor verzwak je de bieten planten en vergroot je de kans op ongedierte.