Koolzaad soorten
Iedereen kent de prachtige koolzaadvelden. Felgele velden vol bloemetjes waar veel insecten dol op zijn. Niet alleen prachtig om te zien, ook nuttig voor de biodiversiteit. Bovendien is koolzaad zeer divers gebruikt. Koolzaad is zoals de naam al doet vermoeden een kruisbloemige (koolsoort).
Koolzaad (Brassica napus) dat tegenwoordig vaak wordt gekweekt is een gecultiveerde kruising. De meeste koolzaad is een kruising tussen raap (Brassica rapa) en andere kool (Brassica oleracea) waaronder o.a. bloemkool, broccoli en de bekende boerenkool ook vallen als gecultiveerde ondersoorten.
Wellicht ken je ook de naam raapzaad. Dit wordt eigenlijk op exact dezelfde manieren gekweekt, gebruikt en verwerkt. De verschillen zijn minimaal maar ze zijn er wel: Bij koolzaad zit het blad niet om de stengel heen. Bij raapzaad is dit wel het geval. Maar eigenlijk zijn de twee nagenoeg hetzelfde.
Hoewel het vaak dezelfde soorten zijn, wordt koolzaad op twee verschillende momenten gezaaid. Meestal in het najaar maar ook wel eens in het voorjaar. In het voorjaar gezaaide koolzaad heet zomerkoolzaad. Daar zijn wel wat specifieke rassen voor te vinden.
Elk soort is geschikt voor zaaien in het voorjaar en najaar. Toch kan je met bepaalde rassen een net iets hogere opbrengst krijgen. Zeker wat betreft het oliepercentage, mocht je koolzaad willen gebruiken om koolzaadolie koud te persen.
Koolzaad zaaien en planten
Wanneer kan je koolzaad zaaien?
Koolzaad zaaien of voorzaaien/voorkiemen kan direct buiten van maart tot mei en van augustus tot september.
De standaard teelt van koolzaad is tweejarig. Koolzaad zaaien we dan in het najaar, waarna we koolzaad oogsten in de vroege zomer van het volgende jaar. Zomerkoolzaad zaaien we echter in het vroege voorjaar. De teelt van zomerkoolzaad is éénjarig. Zomerkoolzaad oogsten we hetzelfde jaar nog, maar dan laat in de zomer of zelfs in de herfst.
Raapzaad (Brassica rapa) kan je exact hetzelfde behandelen als koolzaad (Brassica napus). Ook zomerraapzaad behandel je hetzelfde als zomerkoolzaad. Voor koolzaad zaaien in de landbouw gaat men uit van 8kg zaden per hectare op kleigrond. Voor luchtige grondsoorten gaat men uit van 5kg zaden per hectare.
Omgerekend is dat dus 0,8g zaden per m² op kleigrond, of 0,5g zaden per m² op luchtige grond. Je hebt dus niet veel zaden nodig voor een klein veldje koolzaad in je moestuin. Koolzaad voorzaaien en uitplanten is niet mogelijk vanwege de benodigde hoeveelheid planten, maar ook omdat koolzaad een lange penwortel maakt.
Raapzaad of koolzaad zaaien
Of we nu raapzaad zaaien of koolzaad zaaien, dit doen we beiden op dezelfde manier. Hier lees je de standaard wijze van zaaien. Gewoon koolzaad zaaien we in het najaar, waarbij we de planten de winter door helpen. Volgend jaar in de vroege zomer kan je dit koolzaad oogsten. Het is belangrijk om niet te vroeg of te laat te beginnen met zaaien.
Koolzaad zaaien we door geultjes te maken. In de landbouw wordt dit met machines gedaan maar wij doen dit met een hark. Maak de grond goed los en maak met een hark geultjes in de grond. Strooi steeds zaden in een geultje en houd ongeveer vijftien tot twintig centimeter afstand tussen de regels. Druk de geultjes na het zaaien weer dicht.
Maak na het zaaien de grond even goed vochtig. Na opkomst zou je eventueel wat kunnen uitdunnen. Dit is alleen nodig als de plantjes zeer dicht op elkaar staan in de regeltjes. Zo lang je de afstand tussen de regels zelf niet te krap hebt gemaakt is de plantafstand meestal niet zo'n probleem.
Zomerkoolzaad zaaien
Bij zomerraapzaad of zomerkoolzaad zaaien we in het vroege voorjaar al. De oogst valt dan in hetzelfde jaar nog in de late zomer of herfst. De hele zomer lang kan je koolzaad zien bloeien. Zomerkoolzaad zaaien we op exact dezelfde wijze als gewoon koolzaad. Voor de instructies kan je dus gewoon dezelfde gebruiken die hierboven staan bij "Raapzaad of koolzaad zaaien".
Je kunt zelfs nog iets later in het voorjaar zomerkoolzaad zaaien. De bloei en eventuele oogst valt dan ook later. Midden in de zomer is koolzaad zaaien niet zo handig. Door eventuele droogte en warmte kiemen de zaden vaak erg slecht. In de late zomer wanneer het wat meer begint te regenen, kan je wel weer winterkoolzaad of gewoon koolzaad zaaien.
Per vierkante meter kan je ongeveer 25 tot 35 koolzaad planten laten groeien in de volle grond. In rijen kan je ongeveer 5 tot 8 koolzaad planten per strekkende meter laten groeien in de volle grond.
Koolzaad standplaats en verzorgen
Koolzaad kan afhankelijk van het exacte soort een halve meter tot bijna anderhalve meter hoog worden. Koolzaad heeft weinig verzorging nodig. Zorg dat je regelmatig water blijft geven zoals verderop besproken. Ook kan het handig zijn om te bemesten, tevens zoals verderop besproken.
Je laat de wortels bij voorkeur zitten na de oogst, of spit de planten of plantenresten geheel onder. Zo gebruik je deze als groenbemester, zelfs nadat je alle koolzaad hebt geoogst.
Koolzaad combinatieteelt en wisselteelt
Koolzaad
Voor het kweken van koolzaad zou je wisselteelt kunnen gebruiken.
Koolzaad is een koolgewas. De ideale voorteelt is een peulgewas en de ideale nateelt is een bladgewas volgens het wisselteelt schema.
Koolzaad goede buren
Koolzaad kweken kan goed samen met
dille,
als je gebruik maakt van combinatieteelt.
Koolzaad slechte buren
Koolzaad heeft geen nadrukkelijk slechte buren.
Koolzaad water geven
Koolzaad hoef je in het begin niet veel water te geven. Laat de grond in elk geval niet lang droog staan. Dichter bij de zomer zal je steeds vaker water moeten geven. Dit geldt voor zo wel de gebruikelijke winterteelt als de teelt van koolzaad als zomerkoolzaad. Geef ongeveer twee keer per week water als het droog is. Na een regenbui hoef je uiteraard geen water te geven.
Koolzaad grondsoort en bodem
Koolzaad maakt een lange penwortel. Je kunt koolzaad kweken op luchtige grond, waarbij de penwortel tot wel een meter diep de grond in kan reiken. Op kleigrond kan je ook koolzaad kweken. Dan blijft de penwortel iets korter. Juist op een kleigrond is koolzaad kweken erg nuttig, omdat de plant deze vaste grond luchtiger maakt. Ook na de teelt (als groenbemester) door deze onder te spitten.
Je kunt in principe koolzaad kweken op elke grondsoort. Omdat koolzaad de grond na het afmaaien (of als groenbemester) de bodem meer humusrijk maakt, heeft deze veel voordelen op zo wel kleigrond als zanderige grondsoorten.
pH
Koolzaad tolereert bodems waarvan de pH-waarde tussen deze twee waarden in ligt. Links is zuur en rechts is basisch. Lees ook: Wat is pH?
Koolzaad bemesten
Bemesten is niet vereist maar kan handig zijn. Kies een fosfaatrijke meststof voor het versterken van knoppen zoals bloemknoppen. Je hebt sterke bloemknoppen nodig voor de oogst van de zaden. Ook extra kalium kan handig zijn om te geven. Voor andere teeltsoorten (blad en wortel of stengels) kan je andere bemesting gebruiken.
Je kunt meer stikstof overwegen als je koolzaad kweekt voor het blad. Op dezelfde manier is het de moeite waard om iets meer kalium te geven voor de teelt van de wortel.
Voor het bemesten van koolzaad adviseren we bij benadering de samenstelling stikstof (N), fosfaat (P) en kalium (K) 2-8-6 . Dit is ons advies en geen vereiste. Je kunt zelf mest mengen naar verhouding. Lees ook: Wat is NPK mest?
Koolzaad bloei en bestuiven
Wanneer bloeit koolzaad? Koolzaad bloeit doorgaans van maart tot oktober.
Ook in de moestuin heeft koolzaad veel toegevoegde waarde. Het is een echte waardplant voor bijen, hommels, zweefvliegen, wespjes en andere bestuivende insecten. Je kunt dus ook koolzaad zaaien voor de biodiversiteit. Het zijn deze insecten die koolzaad bestuiven. Je hoeft koolzaad dus nooit met de hand te bestuiven.
Hoewel de hele plant eetbaar is, van wortel tot blad, jonge scheuten en de zaden, wordt deze meestal gekweekt voor de zaden (koolzaad). Deze teelt is dus exact hetzelfde als de zaadteelt voor veredeling.
Wanneer koolzaad oogsten
Wanneer kan je koolzaad oogsten? Doorgaans doe je dit van juni tot november.
Koolzaad is geheel eetbaar, van wortel tot blad, stengel en de zaden. Meestal worden de zaden van koolzaad geoogst. Je kunt gedurende de groei het blad plukken, maar als je de zaden ook wilt oogsten pluk je liever niet te veel. Ook de bloemetjes zijn eetbaar, maar het plukken ervan gaat natuurlijk ten koste van de zaden.
De wortel van koolzaad kan worden gegeten, maar de wortel wordt vaak als groenbemester in de grond gelaten na het afmaaien van de planten. De wortels van koolzaad worden soms ook gebruikt als veevoer. Het blad kan worden gebruikt in salades of om simpelweg mee te roerbakken of wokken.
Wil je de zaden oogsten van koolzaad, bijvoorbeeld om olie van te maken, dan gaat dit iets anders. Laat de zaden eerst goed opdrogen aan de plant. Niet alleen zijn ze dan makkelijker te oogsten, het oliepercentage wordt dan ook groter. Na het oogsten moeten de zaden uit de zaaddozen worden gehaald.
Je kunt koolzaad dorsen op dezelfde manier als veel granen. Het enige verschil is dat koolzaad in gesloten zaaddozen zit. Stop de plantendelen met zaaddozen in een goed gesloten plastic zak. Sla er vervolgens op met een stok of paraplu. Wees voorzichtig dat je de plastic zak niet stuk slaat.
Door op de zak te slaan breek je de gedroogde zaaddozen open en vallen de zaden eruit. Dit werkt alléén als de zaden goed zijn gedroogd aan de plant. Wat overblijft is een mengsel met plantenresten en koolzaad. Door dit langzaam leeg te gooien boven een bak met een ventilator, blaas je alle plantenresten weg en vallen de zaden in de bak.
Koolzaad gebruiken en bewaren
Zo wel koolzaad als raapzaad worden gebruikt voor olie. Koolzaadolie of raapzaadolie zijn zeer bekend. Deze worden niet alleen in de keuken gebruikt maar ook in de productie van goederen of als brandstof. Daarnaast wordt koolzaad ook als groenbemester gebruikt voor stikstofbinding.
Als groenbemester laat koolzaad na het afmaaien een stompje met penwortel achter in de bodem. Deze sterft af (of is al afgestorven) en wordt door de grond omgezet in humus. Door koolzaad als groenbemester te planten krijg je dus een luchtigere en voedzamere bodem, voor een eventuele volgende teelt.
Koolzaadolie wordt bijvoorbeeld gebruikt om biodiesel te maken. Het kan ook worden gebruikt als slaolie of om mee te bakken en braden. Maak je zelf koolzaadolie van je eigen koolzaad, dan doe je dit het liefst koudgeperst. Dit kan met een handaangedreven of elektrische oliepers voor thuisgebruik.
Koolzaadolie heeft een rookpunt vanaf 240°c bij benadering. We gaan hierbij uit van koudgeperste olie. Geraffineerde olie heeft meestal een lager rookpunt en is daarom niet of minder geschikt voor bakken en braden.
Koolzaad houdbaarheid
De plantendelen zoals de wortels, scheuten en het blad kan je het best dezelfde dag nog gebruiken. In de koelkast bewaar je dit nog maximaal een dag. De gedroogde zaden zijn vrijwel onbeperkt houdbaar voor consumptie. Let wel, hoe langer je wacht met olie persen hoe minder vocht er in de zaden zit en hoe minder olie je krijgt.
Koolzaad ziektes en plagen
Koolzaad heeft als koolsoort soms last van knolvoet, veroorzaakt door een schimmel in de bodem. Om die reden telt koolzaad gewoon mee in de wisselteelt als koolgewas. Koolzaad kweken we slechts eens in de vier jaar op dezelfde grond. Hierdoor geef je knolvoet niet de kans om zich verder te versprijden. Aangetaste planten gooi je dus ook nooit op de composthoop.
Ook kan koolzaad vroeg (vóór de bloei) aangetast worden door vlinders. Vlinders zoals het koolwitje en het groot koolwitje, leggen eitjes op het jonge blad. De rupsen die hieruit komen kunnen je planten kaalvreten. Als gevolg groeien de planten slecht of sterven ze in het ergste geval af.
Gelukkig komt dit bij koolzaad veel minder voor, omdat vlinders de voorkeur geven aan grote koolbladeren. Koolzaad of raapzaad maakt slechts hele kleine blaadjes.