Knolraap soorten
De knolraap wordt ook wel meiknolletje genoemd, vanwege de vroege oogst die al rond de maand mei kan plaatsvinden. De knolraap of meiknol wordt vaak verward met de koolraap, een grotere knol en overigens ook een koolsoort. Zo wel de knolraap als de koolraap worden ook wel raap genoemd.
De knolraap of meiknol wordt óók wel eens in de war gebracht met de koolrabi. Dit is ook een koolsoort, maar de knol hiervan groeit net boven de grond en is eigenlijk een verdikking in de stam. Koolrabi is dus weer een andere groente en heeft ook niets te maken met de knolraap of de koolraap.
Knolraap is een relatief klein knolletje. Niet zo klein als een radijs maar ook niet zo groot als bijvoorbeeld de koolraap. De knolraap is een raap-soort en wordt vaak gebruikt om raapstelen te kweken, al kunnen daar ook andere raap-soorten voor worden gebruikt. Raapstelen zijn dus niet per se maar één raap-soort.
Dit zijn andere raap-soorten die we zelf kweken in de moestuin als bladgroente of als knolgewas:
- Bomdong - Brassica rapa var. glabra
- Chinese kool - Brassica rapa subsp. pekinensis
- Choy sum - Brassica rapa subsp. parachinensis
- Knolraap - Brassica rapa subsp. rapa - (deze pagina)
- Komatsuna - Brassica rapa subsp. perviridis
- Koolraap - Brassica rapa subsp. napobrassica
- Mizuna - Brassica rapa var. nipposinica
- Paksoi - Brassica rapa subsp. chinensis
- Rapini - Brassica rapa var. ruvo
- Tatsoi - Brassica rapa subsp. narinosa
Knolraap zaaien en planten
Wanneer kan je knolraap zaaien?
Knolraap zaaien of voorzaaien/voorkiemen kan direct buiten van maart tot april en van augustus tot september.
Knolraap zaaien of voorzaaien/voorkiemen kan onder glas van februari tot maart.
Wanneer kan je knolraap planten?
Knolraap planten of uitplanten op de bestemde plek kan buiten van maart tot mei en van augustus tot september.
Knolraap kan je beter niet verspenen, omdat de plant een lange penwortel maakt. Het beste is om koolraap direct op de bestemde plek te zaaien in de volle grond, of in ruime potten en (moestuin)bakken. Voorzaaien doen we dus niet, maar je kunt het proberen als je extra vroeg wilt beginnen.
Wil je knolraap kweken voor het blad, kijk dan op de pagina raapstelen. Raapstelen zijn zeer dicht gezaaide zaden van de knolraap. Door ze dicht op elkaar te zaaien groeien er geen knolletjes. Daar is dan te weinig ruimte voor. Wat wel goed blijft groeien is het blad. Dit plukken we dan en gebruiken we als bladgroente.
Overigens zijn raapstelen niet per se één soort raap. Wel worden nagenoeg dezelfde planten gebruikt. Ook soorten die doorgaans knolletjes maken, kan je kweken als raapstelen. Deze pagina gaat vooral over knolraap kweken voor de knolletjes.
Per vierkante meter kan je ongeveer 25 tot 35 knolraap planten laten groeien in de volle grond. In rijen kan je ongeveer 5 tot 8 knolraap planten per strekkende meter laten groeien in de volle grond.
Knolraap standplaats en verzorgen
Zelf knolraap kweken is vrij makkelijk. Wel zijn er wat aandachtspuntjes. Knolraap is een koolsoort en groeit goed als je sterk bemest. Wel kweken we het vaak als wortelgewas voor de knol. Dezelfde voeding als andere wortelgewassen zorgt voor mooie, grote knollen maar je kunt ze ook jonger en kleiner oogsten.
Daarnaast kan je de raap zelfs als bladgroente kweken. In dit geval kijk je op de pagina raapstelen. Raapstelen zijn eigenlijk heel dicht op elkaar gezaaide raapjes. Hierdoor kunnen de knolletjes niet groeien. Wel kan je heel veel blaadjes plukken omdat dit dicht op elkaar groeit. Meer dan als je de raap voor de knolletjes kweekt.
De teelt hangt dus deels af van je eigen voorkeur. Zo lang de grond geschikt is en je voeding en water kunt geven, zijn raapjes een eitje. Geef ook niet te veel water. Knolraap kweken we liever niet tijdens een drijfnatte periode. Meer daarover lees je bij het stukje over water geven. Of kweek natuurlijk gewoon raapstelen.
Knolraap combinatieteelt en wisselteelt
Kool zetten we onder fijnmazig insectengaas, zodat vlinders er niet bij kunnen komen. Meer daarover bij het kopje ziektes en plagen. Insectengaas is bijna vereist te noemen. Onderschat het gebruik van insectengaas dus niet!
Knolraap
Voor het kweken van knolraap zou je wisselteelt kunnen gebruiken.
Knolraap is een wortel- of knolgewas. De ideale voorteelt is een vruchtgewas en de ideale nateelt is een aardappelsoort of peulgewas volgens het wisselteelt schema.
Knolraap goede buren
Knolraap heeft geen nadrukkelijk goede buren.
Knolraap slechte buren
Knolraap heeft geen nadrukkelijk slechte buren.
Knolraap water geven
Zorg voor een licht tot matig vochtige grond. Op droge grond kan de knol zich niet goed ontwikkelen. Sla een waterbeurt over als de bodem nog vochtig is en geef tijdens de warme en droge zomermaanden extra water. De knolletjes vullen zich vooral met vocht. Dat maakt voldoende water onmisbaar!
Let wel op, want de raap kweken we liever niet tijdens een periode met erg veel regen. Maak de grond ook niet langdurig, stelselmatig drijfnat. Dan zit je namelijk met hetzelfde probleem als bij radijzen. Namelijk het volgende:
Is het echt drijfnat dan kunnen de raapjes gaan barsten. Het splijten van de knolletjes komt altijd door te veel water. Hoe groter de knolletjes zijn, hoe groter ook de kans op barsten. Wanneer de knol eigenlijk al (bijna) volgroeid is en toch nog meer water moet verwerken, lukt dat de plant niet meer. Om het water toch weer kwijt te raken barst de knol open.
Raapjes kunnen hier goed van herstellen. Het gespleten deel groeit ook weer dicht. De knolletjes blijven eetbaar. Toch is het wel zonde als je mooie, ronde of platronde raapjes probeert te kweken. Liever heb je natuurlijk de mooie vorm. Ook kan de kwaliteit van de raapjes iets achteruit gaan. Er kan veel vocht ontsnappen of juist nog meer vocht binnendringen.
De grote raapjes barsten als eerste. Oogst deze dan ook als eerst om te zien of deze zijn gebarsten. Zijn de grote raapjes gebarsten, dan kan je de kleinere ook direct oogsten. Het maakt niet uit als ze nog iets te klein zijn. Ja, je hebt dan minder "knolraap" voor de moeite die je erin steekt. Toch zijn de kleintjes dan meestal nog heel en ongebarsten.
Knolraap grondsoort en bodem
Hoewel knolraap ook goed groeit op dikkere grondsoorten, blijft de knol hier vaak wel iets kleiner. Op een losse en goed doorlaatbare, maar boven alles zeer voedzame bodem groeit de knolraap het beste. Gebruik compost en strooi op dikkere grondsoorten koemestkorrels om de structuur te verbeteren. Knolraap kweken doe je liever niet op een te zure bodem.
pH
Knolraap tolereert bodems waarvan de pH-waarde tussen deze twee waarden in ligt. Links is zuur en rechts is basisch. Lees ook: Wat is pH?
Knolraap bemesten
De knolraap is eigenlijk een koolgewas en staat daarom graag op een goed voedzame bodem. Bemesten is dus nodig voor de teelt. Geef dan een sterke bemesting met een in verhouding kleiner aandeel stikstof. Stikstof bevordert enkel bladgroei. Voor het kweken van knolraap zijn fosfor en kalium belangrijker.
Wil je knolraap liever kweken als raapstelen, voor het blad dus, dan is extra stikstof juist goed.
Voor het bemesten van knolraap adviseren we bij benadering de samenstelling stikstof (N), fosfaat (P) en kalium (K) 5-10-10 . Dit is ons advies en geen vereiste. Je kunt zelf mest mengen naar verhouding. Lees ook: Wat is NPK mest?
Knolraap bloei en bestuiven
Wanneer bloeit knolraap? Knolraap bloeit doorgaans van april tot augustus.
Voor de gewone teelt is bestuiven niet nodig. Raapjes oogst je eigenlijk liever voor ze gaan bloeien. Dat is meestal geen probleem. De knolraap bloeit pas vanaf het tweede jaar. Voor de zaadteelt zal je knolraap dus twee jaar moeten laten staan, als je daar ook de ruimte voor hebt. Anders oogsten we de knol in het eerste jaar, wanneer het plantje nog niet kan gaan bloeien.
Ook kan je de knollen uitgraven voor de zaadteelt. Bewaar deze op een koele, donkere en heel licht vochtige plek. Bijvoorbeeld in een bakje vochtig zand. In het tweede jaar kan je de knol opnieuw planten. Ditmaal om de zaden straks te verkrijgen. Ook blijft er op deze manier meer ruimte over voor andere groenten, tot je de knolraapjes weer gaat planten.
Voor de zaadteelt is bestuiven wel nodig. Dit hoef je gelukkig niet met de hand te doen. Wel kan de knolraap kruisen met veel andere koolsoorten. Het is dus belangrijk om te zorgen dat de plant geïsoleerd blijft. Er mag geen stuifmeel van andere koolgewassen bij komen, ook geen wilde "onkruid" soorten, die overigens overal kunnen groeien. Tenzij kruisen juist de bedoeling is natuurlijk!
Ook niet onbelangrijk: Als je de knolraap gewoon laat staan, dan bloeit deze al vanaf april. Dit terwijl de late bloei juist meer bestuivers aantrekt, zoals bijtjes en hommels. Het is dus beter voor de bestuiving om de raapknolletjes uit te graven en later opnieuw te planten. Later in het jaar is de kans groter dat je raapjes goed worden bestoven voor de zaadteelt.
De knolraap is éénhuizig en zelfbestuivend, met behulp van bestuivende insecten. Voor de bestuiving van de bloemen van de knolraap hoef je dus zelf niets te doen.
Wanneer knolraap oogsten
Wanneer kan je knolraap oogsten? Doorgaans doe je dit van mei tot juli en van oktober tot december.
Als we de raap kweken dan doen we dit meestal voor de knolletjes. Je kunt ook knolraap kweken voor het blad. In dat geval noemen we het raapstelen. Daar is een hele aparte zaaikalender pagina voor, de pagina raapstelen. Knolraap oogsten we op een zelf gekozen moment. Dat kan als de knolletjes jong zijn, maar ook al wat ouder en groter.
Knolraap oogsten als knol
In het najaar en vaak zelfs in de winter, wordt de knolraap geoogst. Je oogst een knolraap door deze bij het loof, dicht bij de grond, vast te pakken en uit de grond te trekken. Bij dikkere grondsoorten kan het nodig zijn om een spitvork te gebruiken, om de knol uit de grond te wippen.
Meestal is dit laatste niet nodig. De knolraap groeit gedeeltelijk bovengronds. De andere helft bevindt zich ondergronds. Kijk vooral hoe makkelijk het gaat. Meestal trek je de knol er heel makkelijk uit. Zo makkelijk dat je het er eigenlijk bijna niet uittrekt, maar gewoon opraapt. Wellicht daarom misschien de naam "raap".
Je kunt een raap jong oogsten om vers te gebruiken. De grootte van een flinke radijs of een pingpongballetje, is een mooi formaat om rauw te gebruiken. Als we raap oogsten om ze te koken, dan laten we ze meestal veel groter worden. Kijk een beetje naar wat je zelf lekkerder vindt. Het kan dus beide.
Het blad van de raap plukken
Ook het blad van de raap kan je plukken. Als je niet te veel plukt houdt de plant genoeg over om de knolletjes ook te laten groeien. Je kunt dan beide gebruiken.
Knolraap gebruiken en bewaren
Je kunt knolraap gebruiken door diverse stamppotten en andere gemengde gerechten. Knolraap is heel goed te roerbakken. Ook kan je knolraap rauw eten. Dat maakt de knolraap zeer veelzijdig. Heel gek, dat het dan eigenlijk een beetje een vergeten groente is. De knolraap is ook erg lekker.
Rauwe knolraap kan goed door salades en andere koude, gemengde gerechten. Het liefst gebruik je voor rauwe knolraap de kleinere knolletjes. Deze zijn malser en zachter van smaak. Denk aan de grootte van een pingpongballetje of een golfballetje.
Oudere knolrapen hebben de diameter van een tennisbal (ook platte knolrapen). Die kan je beter gebruiken om mee te koken of roerbakken.
De smaak van knolraap is licht zoet en aards. Qua structuur doet de knolraap heel erg denken aan radijs. Het is net zo sappig van binnen en ook net zo knapperig. Het lijkt dus heel erg op radijs, behalve dat de knolraap niet pittig van smaak is. De radijs is dit wel.
Knolraap kiemgroenten
Knolraap is niet de meest bekende plant voor dit gebruik maar kan wel als kiemgroente worden gegeten. De smaak is ook dan een beetje radijsachtig en de kiemen kunnen rauw worden gegeten, ook door een salade of als garnering en op een broodje gezond.
Knolraap houdbaarheid
Knolraap blijft tot 1 week houdbaar in de koeling en kan na het blancheren ook worden ingevroren. Een ingevroren knolraap blijft nog tot een jaar lang houdbaar. Het beste is om de knolraap zo vers mogelijk te gebruiken.
Knolraap ziektes en plagen
Welke ziektes en plagen zijn er bij de knolraap? Hoewel de knolraap vroeg in het jaar weinig last heeft van vlinders die eitjes leggen op het blad, kan dit bij de herfstteelt wel een bedreiging zijn voor je planten. Het beste is om eventueel gevonden rupseneitjes met een stevige straal water af te spuiten.
Ook wordt de knolraap wel eens ondergronds aangevallen. Diverse soorten kevers, slakken en andere dieren vinden zo wel het blad als de ondergrondse knol erg lekker. Het kan voorkomen dat er hapjes uit de knolraap zijn genomen. In dit geval kan je de knolraap na het afspoelen en controleren alsnog gebruiken.
Om vraat door rupsen te voorkomen en om te voorkomen dat vlinders eitjes leggen op het blad, wordt knolraap regelmatig onder fijnmazig insectengaas gekweekt. Zo kunnen vlinders niet bij het blad van de plant komen.
Knolraap is net als andere koolgewassen vatbaar voor de bodemschimmel knolvoet. De schimmel tast de wortels van de plant aan en is bijna altijd fataal. Je kunt aantasting door knolvoet voorkomen door altijd wisselteelt toe te passen in de moestuin.