Doperwten soorten
Doperwten en peulen komen van dezelfde plant (Pisum sativum). Doperwten oogsten we als ze dik zijn geworden en peulen juist als ze plat zijn. Wel zijn er verschillen in rassen die je beter als doperwten of als peulen kunt kweken. Het is dus verstandig om te kiezen voor een geschikt ras voor peulen of juist voor doperwten.
Rassen die we kweken als peulen hebben weinig last van draadvorming, maar ook de erwtjes blijven vaak kleiner. In tegenstelling tot rassen die we kweken als doperwten. Doperwt rassen maken juist hele dikke erwten maar hebben ook snel last van draadvorming. Die zijn dus minder geschikt om als peul te gebruiken.
Ook zijn er laagblijvende en klimmende doperwten rassen. Beiden maken hechtrankjes. De klimmende rassen worden ongeveer anderhalve meter hoog, het kan iets meer zijn. Laagblijvende rassen worden nooit zo hoog. In principe hoef je klimmende rassen ook niet te ondersteunen, tenzij je deze in rijen kweekt in plaats van in een blok bij elkaar.
Ook kapucijners (Pisum sativum subsp. arvense) komen in principe van dezelfde plant. De kapucijnerplant is een ondersoort van de doperwt en peul, een bijzonder ras met diep paarsblauwe of paarsrode peulen. Net als doperwten worden ook kapucijners gedopt voor ze te koken.
Doperwten zaaien en planten
Wanneer kan je doperwten zaaien?
Doperwten zaaien of voorzaaien/voorkiemen kan direct buiten van maart tot april en van juli tot september.
Doperwten zaaien of voorzaaien/voorkiemen kan onder glas van januari tot februari.
Wanneer kan je doperwten planten?
Doperwten planten of uitplanten op de bestemde plek kan buiten van februari tot mei en van augustus tot oktober.
Doperwten zaaien kan je direct in de vollegrond doen, of eerst in een zaaitray. Dit laatste heeft altijd onze voorkeur. In de vollegrond wordt een erwtenplant vaak aangevallen door slakken. Je hebt alleen wel wat meer plantjes nodig voor een leuke oogst. Je zaait dus altijd genoeg doperwten.
In een kleine moestuin is minimaal een vierkante meter doperwten aan te raden, of minimaal 2 strekkende meter als je een enkele rij met doperwten planten zet. Je kunt er natuurlijk veel meer zetten want je kan doperwten goed drogen om lang te bewaren. Het doppen van doperwten is alleen veel werk.
Welke methode je ook kiest, als je géén laagblijvende doperwten zaait is het handig om altijd eerst stokken te plaatsen. Zet op de bestemde plek (bamboe) stokken of een stuk betongaas van ongeveer anderhalve meter hoog.
Zelf doperwten zaaien in een tray
Mijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar voorzaaien in een tray. De tray kan je ergens buiten bereik van slakken plaatsen. In de vollegrond worden de erwten soms opgegraven door muizen, eekhoorns, vogels, noem maar op. De jonge zaailingen worden dan opgegeten door slakken of gepikt door vogels voor een nestje.
Zelf zaaien we dus altijd in een tray voor. Je weet dan ook altijd hoeveel planten je hebt staan. Doperwten zaaien we dan met 2-3 zaden in elk vakje. De zaaidiepte in de vollegrond is zo'n 3 centimeter, maar de vakken in de tray zijn vaak niet zo diep. Je zaait doperwten in een zaaitray dus maar een centimeter diep. Meerdere zaden zodat je zeker weet dat in elk vakje straks een plantje zit.
Vul de zaaitray met (biologische) zaaigrond en druk dit aan, bijvoorbeeld met de bodem van een andere tray. Druk de zaden in de zaaigrond van elk vakje en druk daar weer wat zaaigrond overheen. Na opkomst kan je de zaailingen uitdunnen tot je één plantje per vakje hebt staan.
Zelf kiezen we dan altijd het grootste, mooiste plantje of het plantje dat als eerste opkomt. De rest knip je weg uit de zaaitray, bij voorkeur met een schaar. Trek de zaailingen er niet met de hand uit. Doperwten maken een groot wortelstelsel en raken met elkaar verstrikt. Als je ze uit de vakken trekt, trek je ook de wortels stuk van het plantje dat je wilt houden.
Verder geef je vooral direct na het zaaien maar ook na het kiemen, regelmatig water. Zorg dat de zaaigrond nooit helemaal opdroogt.
Doperwten uitplanten op de bestemde plek
Wanneer de worteltjes door de gaten onderin de vakken naar buiten komen, wordt het tijd om je doperwten uit te planten. Je kunt doperwten planten rond dezelfde tijd dat je ze ook buiten kunt zaaien. Meestal kan je met 3 of 4 vingers gaten maken in de grond die groot genoeg zijn voor het kluitje. Zet de kluitjes erin en druk de grond weer mooi dicht.
Als je hebt voorgezaaid dan zaai je doperwten minder diep, omdat de vakjes ook niet zo diep zijn. Je mag de gaten in de grond dan iets dieper maken. Doperwten planten we dan iets dieper waardoor de basis een centimeter of anderhalf dieper in de grond komt te zitten.
De eerste paar weken zullen de doperwten nog wat langzaam groeien. Zeker wanneer je extra vroeg hebt gezaaid omdat het dan buiten nog erg koud kan zijn. Daarna groeien de doperwten steeds iets sneller. Laat gezaaide doperwten hebben daar minder last van omdat het buiten al warmer is.
Doperwten zaaien in de vollegrond
Zoals eerder genoemd heeft onze voorkeur het zaaien in een tray, om de genoemde redenen. Je kunt ook doperwten zaaien, direct in de vollegrond. Het zaaien zelf is op deze manier een stukje makkelijker. Wel kent direct in de vollegrond zaaien natuurlijk de nodige uitdagingen.
Tegen slakken kan je de bodem uit kweekpotjes halen of de vakken uit een zaaitray snijden. Deze zet je over je zaailingen heen zodat slakken er niet bij kunnen. Als je echt heel veel plantjes hebt staan dan wordt het veel werk. Je kunt dan het beste hopen dat alles goed opkomt. Als je regelmatig controleert op slakken dan valt de schade vaak wel mee.
Maak als je direct in de vollegrond zaait gaten in de grond met je vinger of een pootstok. De gaten hoeven niet dieper te zijn dan 3 centimeter. Zaai per gat ongeveer 2-3 zaden zodat je zeker weet dat overal iets opkomt en druk de gaten weer dicht. Geef een flinke scheut water en zorg daarna dat de bezaaide grond niet opdroogt.
Als je zaailingen opkomen kies je steeds de mooiste, grootste kiemplantjes uit. De rest knip je weg. Door uit te dunnen zorg je dat alle overgehouden plantjes genoeg ruimte hebben om te groeien.
Doperwten zaaien in juni of later
Hartje zomer en dus in juni, kan je beter nog even geen doperwten zaaien. Wanneer de dagen weer korter worden is het meer geschikt om te zaaien. Wanneer de dagen ook weer koeler worden, meestal na half augustus, groeit een erwtenplant beter. Het nadeel als je dan pas zaait is dat de oogst dan echt heel kort is!
Zelf zou ik voor de herfstteelt aanraden om ergens in augustus te zaaien. Het duurt dan niet lang meer voor het koeler wordt en de erwtenplantjes kunnen zo nog goed groeien voor de oogst. Wel is de de oogst bij doperwten bij een herfstteelt altijd een stuk kleiner en vooral veel korter (als je steeds een beetje plukt).
Per vierkante meter kan je ongeveer 56 tot 77 doperwten planten laten groeien in de volle grond. In rijen kan je ongeveer 8 tot 12 doperwten planten per strekkende meter laten groeien in de volle grond.
Doperwten standplaats en verzorgen
Zelf doperwten kweken is bijzonder makkelijk, ook als je dit nog nooit eerder hebt gedaan. Voor een eerste keer raad ik wel de normale teelt aan, dus niet de herfstteelt. Doperwten staan graag in de volle zon of in de halfschaduw. Vooral als de dagen korter worden (herfstteelt) is de volle zon sterk aan te raden.
Doperwten kunnen goed tegen kou. Dat is dan ook de reden dat je ze al vroeg in het jaar kunt zaaien. Als een van de eerste keukenplanten kan je doperwten direct buiten zaaien. Dit geldt ook voor peulen en kapucijners.
Eigenlijk hebben doperwten niet veel nodig. De meeste doperwten zijn klimmers met hechtrankjes. Het beste is om stokken van ongeveer anderhalve meter te plaatsen. Je kunt de stokken op een grotere afstand van elkaar zetten en dan 3 plantjes bij iedere stok zetten. Je kunt ook elk plantje een eigen stok geven als je in rijen zaait.
Zet de stokken bijvoorbeeld in rijen langs elkaar of in een piramidevorm tegen elkaar aan. Laagblijvende rassen maken óók hechtrankjes maar hebben geen ondersteuning nodig. Je hoeft bij laagblijvende doperwten geen stokken te zetten. Deze houden zich aan elkaar vast
Doperwten kweken we doorgaans in rijen. Zo kan je bij het oogsten ook tussen de planten komen. Je kunt laagblijvende doperwten kweken in een blok bij elkaar. We wachten dan wel met het oogsten tot alle planten zijn afgestorven. Meer hierover bij het stukje over oogsten verderop.
Je kunt doperwten kweken in een moestuinbak of in balkonbakken, maar je hebt er wel veel van nodig. Een moestuinbak van een vierkante meter is het minimale. Zet je doperwten in balkonbakken dan kan je zo'n 4-5 doperwten planten in een bak van ongeveer 80 centimeter lang.
Overigens is het kweken in balkonbakken niet aan te raden, maar ik noem het toch even. Vooral omdat ik zelf begonnen ben op een balkon, zonder tuin dus. Daar heb ik destijds peulen (zelfde plant als doperwten) in balkonbakken gezet en dat lukte. Ik had dan wel een stuk of 10 balkonbakken van bijna een meter staan.
Doperwten combinatieteelt en wisselteelt
Laagblijvende doperwten kweken we in blokken. Klimmende doperwten kweken we in rijen.
Doperwten
Voor het kweken van doperwten zou je wisselteelt kunnen gebruiken.
Doperwten is een peulgewas. De ideale voorteelt is een aardappelsoort of wortel- of knolgewas en de ideale nateelt is een koolgewas volgens het wisselteelt schema.
Doperwten goede buren
Doperwten kweken kan goed samen met
aardappel,
aardbei,
aardpeer,
andijvie,
biet,
bloemkool,
boerenkool,
broccoli,
knolraap,
komkommer,
kropsla,
maïs,
meloen,
paksoi,
palmkool,
radijs,
rode kool,
romanesco,
spinazie,
spruitjes,
tomaat,
veldsla,
watermeloen,
witte kool,
wortel,
zuring,
als je gebruik maakt van combinatieteelt.
Doperwten slechte buren
Doperwten kweken gaat liever niet samen met
bieslook,
bosui,
daslook,
knoflook,
prei,
stengelui,
ui,
als je gebruik maakt van combinatieteelt.
Doperwten water geven
Doperwten mogen niet helemaal opdrogen. Let dus goed op en geef regelmatig water, maar zorg ook niet dat de grond drijfnat wordt. In de zomermaanden geven we bijna dagelijks water aan de doperwten. Op een erg vochthoudende grond hoef je natuurlijk minder vaak water te geven. Als de grond nog vochtig is mag je een waterbeurt overslaan.
Doperwten grondsoort en bodem
Je kunt in principe op iedere grondsoort doperwten kweken. Doperwten kweken we vaak op een neutrale grond, maar ook op (licht) zure of (licht) alkalische grond kan je doperwten kweken. Wel moet overtollig water makkelijk wegkunnen stromen.
Grond die drijfnat blijft is niet zo geschikt. Denk bijvoorbeeld aan een plek met kleigrond waar na een regenbui een hele plas water ligt. Kleigrond maak je liever goed los voor het planten. Je kunt koemestkorrels strooien om de structuur van de kleigrond sterk te verbeteren.
Doperwten kweken op zandgrond is mogelijk maar sterk af te raden. Tenzij je een irrigatiesysteem met druppelslang hebt, kan dit eigenlijk niet. Zandgrond droogt te snel op. Zeker in de zomer moet je dan haast ieder uur met de gieter of tuinslang klaar staan.
Voor de doperwten maakt het dus niet uit op welke grondsoort ze groeien. Wel moet de grond vochthoudend genoeg zijn.
pH
Doperwten tolereert bodems waarvan de pH-waarde tussen deze twee waarden in ligt. Links is zuur en rechts is basisch. Lees ook: Wat is pH?
Doperwten bemesten
Doperwten hoef je niet te bemesten. Het is een peulgewas en komt als laatste in de cirkel van wisselteelt. Dat is na alle andere planten die dan al voedingsstoffen uit de bodem hebben gehaald. Doperwten groeien dan ook goed op armere grondsoorten, zo lang deze niet erg droog zijn.
Wat je wel kunt doen is extra fosfaat bemesten. Fosfaat bevordert de aanmaak van blad- en bloemknoppen en versterkt deze. Zoals je weet zijn doperwten de zaden die na de bloei ontstaan. Natuurlijk is 1+1 dan 2, want de peulen/erwten ontstaan vanuit de bloemen. Sterkere knoppen kan je oogst verbeteren.
Fosfaatrijke meststoffen geef je vooral als planten nog jong zijn. In een vroeg stadium nemen planten de meeste fosfaat op. Zeker éénjarige planten doen dit. Planten slaan dit op voor later.
Voor het bemesten van doperwten adviseren we bij benadering de samenstelling stikstof (N), fosfaat (P) en kalium (K) 3-5-5 . Dit is ons advies en geen vereiste. Je kunt zelf mest mengen naar verhouding. Lees ook: Wat is NPK mest?
Doperwten bloei en bestuiven
Wanneer bloeit doperwten? Doperwten bloeit doorgaans van april tot oktober.
Met de hand hoef je doperwten niet te bestuiven. Wel is een goede bestuiving nodig om meer doperwten te krijgen. Wie al eens doperwten, kapucijners, peulen of bonen heeft gekweekt, is het ongetwijfeld al eens opgevallen. Soms oogst je een peul of boon en zijn alle zaden groot op één of twee erwtjes na.
Waarschijnlijk komt dit doordat de bloem waaruit de peul is ontstaan, niet goed is bestoven. Het kan ook een andere (genetische) afwijking zijn, maar aan de bestuiving kan je zelf iets doen. Hoewel doperwten op zich aantrekkelijk zijn voor bestuivende insecten, kan je doperwten helpen door meer bloeiende planten in de omgeving te zetten.
Wanneer de bloemetjes van je doperwten goed zijn bestoven oogst je de meeste doperwten. Doperwten zijn overigens éénhuizig en maken zelfs tweeslachtige bloemetjes. Doperwten zijn dus goed zelfbestuivend te noemen.
Wanneer doperwten oogsten
Wanneer kan je doperwten oogsten? Doorgaans doe je dit van juni tot november.
In tegenstelling tot peulen, die we juist heel jong oogsten, kan je doperwten oogsten als ze dik zijn geworden. Hoe dikker de peulen hoe beter de oogst. Bij speciale rassen die we kweken als doperwten in plaats van peulen, worden deze erwten ook vaak nog iets dikker dan die van peulen.
Om er zeker van te zijn dat de erwten op hun grootst zijn, kan je wachten met doperwten oogsten tot de planten bruin worden en afsterven. Je trekt de hele planten dan in één keer uit de grond en haalt alle peulen van de plant af. Het nadeel is dan dat de erwten vaak verdroogd zijn. Vaak zal je ze moeten weken alvorens deze te koken.
Natuurlijk kan je doperwten ook verder laten drogen om ze langer te bewaren. Wat we ook vaak doen is doperwten oogsten door steeds de rijpe peulen te plukken. Doperwten oogsten we dan steeds een beetje en wanneer de peulen dus nog steeds groen van kleur zijn. Ze zijn dan vers te gebruiken, zonder ze eerst te moeten weken.
Op de foto hierboven zie je onrijpe doperwten. De meeste rassen die we voor doperwten kweken, maken iets langere peulen met meer erwtjes erin. In tegenstelling tot peulenrassen die meestal iets korter zijn. Hoe dan ook, de doperwten op de foto zijn nog lang niet klaar om te worden geoogst. De volgende foto laat dit goed zien.
Op deze foto zie je goed wanneer je doperwten kunt oogsten. De laatste peul op de foto (helemaal rechts) is een rijpe doperwt. De eerste of tweede peul (helemaal links) oogsten we als peul. Zou je doperwten te vroeg oogsten dan is de erwt nog erg klein, maar ook het doppen wordt dan erg lastig. De verse peulenschil krijg je moeilijk open.
Als je doperwten te jong oogst dan zijn de erwtjes nog niet mooi gevormd. Wacht dus zeker met doperwten oogsten tot ze de vorm van de laatste peul op de foto hebben.
Doperwten gebruiken en bewaren
Doperwten zijn heel divers te gebruiken in de keuken. Wel moeten doperwten eerst gedopt worden, wat eigenlijk al in de naam doperwt zit. Als je erg veel doperwten hebt kan dit behoorlijk wat werk zijn. Doperwten die we oogsten als de planten zijn afgestorven, zijn makkelijker te doppen. De schil splitst dan op de naad in twee helften wanneer je aan beide kanten de naad indrukt.
Gedroogde peulenschillen van doperwten zijn dus makkelijker te doppen. Ook doperwten die nog groen maar wel goed volgroeid zijn, zijn vrij makkelijk te doppen. Belangrijk is dus dat je doperwten op het geschikte moment oogst en zeker niet te vroeg. De erwtjes die in de peul zitten gebruiken we vervolgens in de keuken, in diverse gerechten.
Doperwten worden wel eens gegeten in combinatie met worteltjes, door ze samen te koken. Je kunt doperwten ook los eten na het koken. Liever eet je doperwten niet rauw. We koken ze dus altijd los of met een ander gerecht mee. De erwtjes barsten open als je ze te lang laat koken. Laat doperwten zo'n vier à vijf minuten gaarkoken. Dan zijn de erwtjes erg lekker!
Doperwten houdbaarheid
Om doperwten lang te bewaren oogsten we deze pas laat. Wanneer je ze aan de plant laat opdrogen zijn de erwtjes goed droog bij het oogsten. Gedroogde doperwten zijn dan nog minimaal een jaar te bewaren, maar in principe kan er helemaal niets mee gebeuren. Je kunt doperwten in gesloten potjes of bakjes nagenoeg onbeperkt bewaren.
Voorwaarde voor lang bewaren is wel dat de doperwten goed droog zijn. Je kunt doperwten ook lekker vers gebruiken. In dit geval kan je steeds een beetje (nog groene) doperwten oogsten. De groene doperwten zijn langer vers te houden als je ze in de schil laat zitten. Bewaar ze tot enkele weken in de koelkast.
Wanneer de erwtjes eenmaal uit de schil zijn gehaald, zijn deze maar enkele dagen in de koeling te bewaren. Gebruik doperwten na het doppen dus zo snel mogelijk. Het beste is om ze in de schil te laten zitten tot je ze gaat gebruiken.
Doperwten ziektes en plagen
Doperwten hebben over het algemeen weinig last van ziektes en plagen. Bij vochtig weer in het najaar kan meeldauw ontstaan maar dit heeft zelden invloed op de oogst. Doperwten zijn ook maar eenjarige planten. Soms kunnen slakken van het blad of de laaghangende peulen eten. Slakken schuilen graag tussen de erwtenplantjes.
Vraat door slakken is het grootste probleem bij jonge zaailingen. Later heeft dit veel minder invloed op je plantjes. Je kunt jonge plantjes beschermen door de bodem uit kweekpotjes te snijden, en deze over de zaailingen te plaatsen. Slakken kunnen er dan niet meer bij komen. Je kunt ook de vakken uit een zaaitray snijden voor dit doel.