Kapucijners soorten
Kapucijners zijn het paarsblauw of roodblauw gekleurde zusje van de doperwt en de peul. Omdat kapucijners deze opvallende kleur hebben, worden ze ook wel blauwschokkers genoemd. In de groentewinkel kom je ze vaak tegen onder die naam. Kapucijners worden meestal geoogst als ze mooi dik zijn maar je kunt ze ook jong oogsten. Jonge kapucijners heten velderwtjes (velderwten).
De meeste rassen worden vrij hoog, meestal anderhalve tot twee meter. Het zijn sterk rankende planten die vaak iets nodig hebben om langs te klimmen. Kapucijners (Pisum sativum subsp. arvense) zijn hele naaste familie van de doperwt en de peul (Pisum sativum), welke in principe dezelfde planten zijn. De kapucijner is daar een ondersoort van.
Kapucijners zaaien en planten
Wanneer kan je kapucijners zaaien?
Kapucijners zaaien of voorzaaien/voorkiemen kan direct buiten van maart tot april en van juli tot september.
Kapucijners zaaien of voorzaaien/voorkiemen kan onder glas van januari tot februari.
Wanneer kan je kapucijners planten?
Kapucijners planten of uitplanten op de bestemde plek kan buiten van februari tot mei en van juli tot september.
Bekijk ook het kapucijners zaaien stappenplan met video
Kapucijners zaaien we het liefst direct in de vollegrond, maar als je eerder wilt beginnen kan je ze ook voorzaaien. Vroeg gezaaide kapucijners planten we in het vroege voorjaar uit. Buiten kapucijners zaaien doen we ook rond die tijd. Je kunt eerder kan je al voorzaaien vanaf de winter.
De vraag is bij het voorzaaien of je daar de ruimte voor hebt, op de vensterbank en ook nog in een grote zaaitray. Aan één of twee plantjes heb je namelijk niet genoeg. Je moet dus wel wat meer blauwschokkers zaaien, een stuk of 30-40 of zelfs nog meer, wil je er een leuke oogst aan overhouden.
Verder kan je kapucijners vaak in de herfst nog een keer zaaien. De oogsttijd is dan een stuk korter, maar het is een leuke nateelt als je ruimte over hebt. In het najaar gezaaide kapucijner planten leven korter, maar je kunt er toch een mooie extra oogst van krijgen rond die tijd in het jaar.
Zelf kapucijners zaaien in de grond
Direct in de grond zaaien heeft normaal niet onze voorkeur, maar is bij kapucijners wel erg makkelijk. Zelf zaaien we altijd pas als dit direct buiten kan. Wel zaaien we dan eerst in een zaaitray om later uit te planten. Persoonlijke voorkeur, doe het vooral op jouw manier. In de vollegrond heb je soms wel last van slakken. Een tray kan je hoog en veilig zetten, buiten het bereik van slakken.
Maak in de grond een aantal geultjes met een hark, en maak de grond vooraf ook eerst goed los. Je kunt de kapucijner zaden per 2 of 3 op voldoende afstand van elkaar, zaaien in de geultjes. Zaai niet dieper dan 3 centimeter maar ook niet te ondiep. Zo weet je zeker dat er altijd iets opkomt. Echt uitdunnen doen we zelf dan niet. Je zou kunnen uitdunnen als je denkt dat je plantjes wel héél dicht op elkaar staan bij opkomst.
Geef tijdens en na het kiemen regelmatig water. Zorg in elk geval dat de grond nooit helemaal opdroogt. Ook tijdens het kweken van de kapucijners als de plantjes groter zijn.
Kapucijners zaaien in een zaaitray
Je kunt kapucijners zaaien in een zaaitray zoals we dit zelf graag doen. We wachten dan tot je direct buiten kunt zaaien, zodat de vensterbank vrij blijft voor andere keukenplanten. Vul een tray met zaaigrond en druk dit aan, bijvoorbeeld met de bodem van een andere zaaitray. In elk vakje zaaien we 2-3 zaadjes zodat overal iets opkomt.
Zaai ongeveer een centimeter diep en druk de gaatjes weer dicht. In een zaaitray zaaien we niet zo diep omdat de vakken klein zijn. We zetten de plantjes bij het uitplanten wel iets dieper in de grond. Geef tijdens en na het kiemen regelmatig water. Zeker in een tray met vakjes droogt de zaaigrond extra snel op. Zorg dat de grond nooit helemaal opdroogt.
Kapucijners of blauwschokkers planten
In het vroege voorjaar kan je de voorgezaaide kapucijners of blauwschokkers planten. Kapucijners of blauwschokkers zaaien we soms vroeg zodat er eerder kunnen planten, waardoor je ook iets eerder kunt oogsten. Als de worteltjes aan de onderkant uit de tray naar buiten komen, kan je kapucijners planten. Maak gaten waar de kluitjes in passen en zet de kluitjes op voldoende afstand van elkaar.
Voorgezaaide kapucijners of blauwschokkers planten we iets dieper in de grond. Vooral omdat we bij het zaaien in een tray niet zo diep kunnen zaaien (de vakjes zijn vaak te klein).
Per vierkante meter kan je ongeveer 56 tot 77 kapucijners planten laten groeien in de volle grond. In rijen kan je ongeveer 8 tot 12 kapucijners planten per strekkende meter laten groeien in de volle grond.
Kapucijners standplaats en verzorgen
Kapucijners kweken is makkelijk, net als doperwten kweken. De kapucijner plant is niet veeleisend maar staat graag in de volle zon, al wordt de halfschaduw ook getolereerd. Behalve genoeg water geven heeft de kapucijner plant niet veel nodig. Kapucijners kweken kan dus ook leuk zijn voor beginners.
Wel dien je rekening te houden met het feit dat het een sterk rankende plant is. Mocht je kapucijners kweken in rijen, geef ze dan stokken om langs te klimmen. Stokken van anderhalve meter of iets langer, moeten voldoende zijn. Zet deze stokken bijvoorbeeld in piramidevorm tegen elkaar, of in een driehoek tegen elkaar in rijen.
Kapucijners combinatieteelt en wisselteelt
Kapucijners worden in rijen gekweekt. De meeste soorten kapucijners zijn sterk rankend. Ze worden meestal langs stokken gekweekt.
Kapucijners
Voor het kweken van kapucijners zou je wisselteelt kunnen gebruiken.
Kapucijners is een peulgewas. De ideale voorteelt is een aardappelsoort of wortel- of knolgewas en de ideale nateelt is een koolgewas volgens het wisselteelt schema.
Kapucijners goede buren
Kapucijners kweken kan goed samen met
aardappel,
aardbei,
aardpeer,
andijvie,
biet,
bloemkool,
boerenkool,
broccoli,
knolraap,
komkommer,
kropsla,
maïs,
meloen,
paksoi,
palmkool,
radijs,
rode kool,
romanesco,
spinazie,
spruitjes,
tomaat,
veldsla,
watermeloen,
witte kool,
wortel,
zuring,
als je gebruik maakt van combinatieteelt.
Kapucijners slechte buren
Kapucijners kweken gaat liever niet samen met
bieslook,
bosui,
daslook,
knoflook,
prei,
stengelui,
ui,
als je gebruik maakt van combinatieteelt.
Kapucijners water geven
Zorg in elk geval dat de grond nooit opdroogt maar ook niet drijfnat wordt. Zelf kapucijners kweken vereist niet veel, behalve dat je genoeg water geeft. Let zeker in de warme en droge zomermaanden extra goed op. De kapucijner plant is dan extra gevoelig voor uitdroging en zeker in moestuinbakken, waar de grond sneller opdroogt.
Soms merk je bij het doppen van kapucijners dat één of een paar erwtjes heel klein zijn gebleven. Die zijn natuurlijk niet lekker om te eten. Meestal komt dit doordat de bestuiving niet helemaal goed is gelukt. Het kan echter ook door droogte voorkomen dat niet alle erwtjes goed groeien. Voldoende water geven is dus wel belangrijk!
Kapucijners grondsoort en bodem
Hoewel je kapucijners in principe overal kunt zetten, kan je het beste kapucijners kweken op een doorlaatbare bodem. Overtollig water moet makkelijk wegkunnen maar de grond mag ook niet snel opdrogen. Het strooien van koemest kan helpen vocht vast te houden in de bodem, terwijl het ook de structuur verbetert.
pH
Kapucijners tolereert bodems waarvan de pH-waarde tussen deze twee waarden in ligt. Links is zuur en rechts is basisch. Lees ook: Wat is pH?
Kapucijners bemesten
Kapucijners vallen onder de peulgewassen en hebben dus, net als erwten en bonen, weinig voeding nodig. Je kweekt ze ook daarom als laatste in het cirkel van de wisselteelt. Toch kan het handig zijn om op arme grondsoorten extra te bemesten. Geef dan een stikstofarme meststof welke niet te sterk is.
Voor het bemesten van kapucijners adviseren we bij benadering de samenstelling stikstof (N), fosfaat (P) en kalium (K) 3-5-5 . Dit is ons advies en geen vereiste. Je kunt zelf mest mengen naar verhouding. Lees ook: Wat is NPK mest?
Kapucijners bloei en bestuiven
Wanneer bloeit kapucijners? Kapucijners bloeit doorgaans van april tot oktober.
Over dit filmpje: Kapucijners hoef je gelukkig niet zelf te bestuiven. Het helpt wel om insecten naar je moestuin te lokken. Meer bestuivers zorgen voor peulen waar meer erwtjes in zitten.
Kapucijners moeten worden bestoven maar je hoeft dit niet zelf te doen. Dit gebeurt veelal door insecten. Kapucijners zijn éénhuizig en zelfbestuivend. Als een bloem goed is bestoven, ontstaat er een peulvrucht vol met erwtjes. Bloemen die minder goed zijn bestoven, maken peulen waar maar twee of drie erwtjes in zitten.
Je komt er altijd wel ergens een paar tegen die minder goed bestoven zijn. Echt een ramp is dat natuurlijk ook niet. Wel kan je kapucijners helpen door veel bestuivende insecten naar je moestuin te lokken. Hoe meer hoe beter, omdat je dan echt volle peulen krijgt.
Je lokt bijvoorbeeld bestuivers met andere bloeiende planten in de buurt. Diverse mengsels van bloemen helpen daar uitstekend bij. Ook geurende en bloeiende kruiden zoals lavendel, rozemarijn en tijm staan erom bekend bestuivers naar je moestuin te lokken. Heb je deze planten al staan dan zit je altijd goed.
Wanneer kapucijners oogsten
Wanneer kan je kapucijners oogsten? Doorgaans doe je dit van juni tot november.
Over dit filmpje: Kapucijners plukken we als de erwtjes dik zijn geworden. Wacht niet tot de kapucijners opdrogen aan de plant, tenzij je ze wilt drogen om te bewaren. Zijn er genoeg bestuivende insecten, dan krijg je goed gevulde peulen waar veel kapucijner-erwtjes in zitten.
Kapucijners oogsten we vanaf de zomer wanneer ze mooi dik zijn geworden. Je kunt kapucijners ook wel iets jonger oogsten, maar dan heten het velderwtjes (velderwten). Dat zijn jong geoogste blauwschokkers (kapucijners). Meestal zullen we kapucijners oogsten als ze mooi dik zijn geworden. De peulenschil is dan ook makkelijk open te splijten in twee helften, door erin te knijpen.
Wat mij zelf is opgevallen in onze moestuin, is dat we soms ook groene kapucijners oogsten. Eerst dachten we aan doperwten die in het verkeerde zakje zaad terecht zijn gekomen. Ze groeiden toch aan dezelfde plant als de andere, paarse kapucijners. Gewoon een afwijking dus en geen verdwaalde doperwten. Leuk als de natuur zo'n klein foutje maakt!
Blauwschokkers of kapucijners oogsten
Je kunt de peulvruchten gewoon afknippen of voorzichtig lostrekken. Let daarbij goed op dat je geen delen van de plant stuktrekt. Je kan ze dus plukken maar afknippen is iets veiliger. Voor je de geplukte kapucijners kunt gebruiken moet je ze eerst nog doppen.
Bij goed rijpe kapucijners is dit makkelijk, want je kunt de peulenschil op de naad knijpen. De schil splijt dan vanzelf in twee helften en de erwtjes vallen er zo uit.
Ook kan je wachten tot de hele plant begint af te sterven. Wanneer je planten volledig bruin zijn geworden en verdroogd aanvoelen, kan je de planten uit de grond halen en de kapucijners eraf trekken. Houd er rekening mee dat je kapucijners dan vaak iets harder zijn. Je zult deze eerst goed moeten koken.
Zelf gebruiken we vaak de kapucijners direct van de plant, lekker vers. Kapucijners oogsten we dan als de plant nog groen is.
Kapucijners gebruiken en bewaren
Kapucijners worden vaak gekookt en in combinatie met bijvoorbeeld spekjes en piccalilly gegeten. Je kunt ze ook ongeveer hetzelfde gebruiken als doperwten en je kunt er alle kanten mee op. Kapucijners worden uit de peulen gehaald na het oogsten (gedopt) en daarna gebruikt in de keuken.
Na het doppen lijken kapucijners heel erg op doperwten qua uiterlijk. De smaak is toch behoorlijk anders.
Kapucijners houdbaarheid
Niet gedopte kapucijners zijn in de koelkast, in een plastic zak met veel gaatjes, ongeveer 3 tot 5 dagen te bewaren. Je kan de ongedopte peulvruchten ook invriezen waardoor deze tot een jaar goed blijven. Je kunt kapucijners ook aan de plant laten drogen. Gedroogde kapucijners kunnen ook een jaar houdbaar blijven.
Kapucijners ziektes en plagen
De kapucijner plant heeft weinig last van ziektes en plagen. Vooral bij het einde van de levenscyclus kan de plant last krijgen van meeldauw. Dit maakt dan niet zo veel meer uit. Het komt door vochtig herfstweer maar de kapucijners oogsten we vaak ook rond die tijd nog (laat gezaaide kapucijners). De plant sterft dan langzaam af omdat het eigenlijk maar een éénjarige plant is.
Dicht bij de grond hangende kapucijners worden soms aangevreten door slakken. Die schuilen vaak tussen het blad en bij de vochtige grond (als je genoeg water geeft). Dat is geen ramp. Meestal heb je van de slakken niet zo veel last omdat ze af en toe wat blad opeten, maar niet zo veel schade aanrichten bij kapucijners. De huisjesslakken eten dan vooral dood en afgevallen plantenmateriaal.